Grafisch woordenboek
In deze grafische woordenlijst treft u veel van de door ons gebruikte vaktermen.
U kunt snel door deze pagina heen navigeren door op een letter uit het alfabet te klikken:
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
A
A0 | Papier van het formaat 841 x 1189 mm. |
A1 | Papier van het formaat 594 x 841 mm. |
A2 | Papier van het formaat 420 x 594 mm. |
A3 | Papier van het formaat 297 x 420 mm. |
A4 | Papier van het formaat 210 x 297 mm. |
A5 | Papier van het formaat 148,5 x 210 mm. |
A6 | Papier van het formaat 105 x 148 mm. |
Afbreken | De dtp'er laadt de computer automatisch woorden afbreken wanneer deze niet meer op de regel passen. Deze optie wordt veelal uitgevoerd in combinatie met uitvullen. |
Aflopend drukken | De opmaak loopt door tot aan de rand van het papier. Er zit dus geen onbedrukte lijn van +/- 5 mm rondom. Om aflopend te drukken hebben we voor de afwerking een opmaak nodig die rondom tenminste 3 mm groter is (Zie ook Extra opmaakinfo). |
Afwerken | Alle handelingen die nadat een vel gedrukt is nog nodig zijn om tot het eindproduct te komen. |
Ai | Bestandsformaat voor een Adobe Illustrator bestand. |
Akte-envelop | Envelop geschikt voor A4 papier met de sluiting (klep) aan de korte zijde. |
Alfanumeriek | Alle 26 letters uit het alfabet en de getallen 0 t/m 9. |
Aliasing | Zaagtandeffect bij letters of beelden (ontstaat oa. bij vergroting van afbeeldingen). |
Ansichtkaart | Een in de volksmond gebruikte term voor een papierformaat van 150 x 100 mm. |
Ansichtkaartpapier | Ansichtkaartpapier is een in de volksmond gebruikte term voor 1-zijdig gestreken sulfaatkarton waarbij de voorzijde van de kaart gestreken (glanzend effect) is en de achterzijde mat (ongestreken) is en daardoor makkelijker te beschrijven is. |
Auteurscorrectie | Een correctie door de opdrachtgever na een gemaakte drukproef waarbij de correctie niet het gevolg is door een fout van de dtp'er. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
B
Bankpost | Verzamelnaam voor hoogwaardige witte papiersoorten welke voornamelijk worden gebruikt voor huisstijlen (briefpapier en enveloppen). Bankpost is wat luxer papier dan offset dat goed door iedere printer loopt en zonder problemen beschreven kan worden met een pen. |
Bestandsformaat | De manier waarop een bestand is opgeslagen op de computer. Het bestandsformaat wordt aangegeven met de extensie. |
Binnenwerk | Het deel van een boekwerk wat niet tot de omslag word gerekend. |
Bitmapping | Het ontstaan van vierkante blokjes / kartels in een afbeelding doordat de resolutie van de afbeelding te laag is (Zie ook afbeeldingsresoluties). |
Black | De zwarte drukkleur uit CMYK. |
Bladzijde | Een bladzijde/pagina is een (bedrukte) zijde van een vel papier in een boek, krant of tijdschrift. |
Bold | Dik/vet gedrukt. |
Boren | Het aanbrengen van 1, 2 of 4 ronde gaten in het papier ten behoeve van het inhangen van het papier in een ringbandmap of het verzamelen van het papier in een snelhechter of iets dergelijks. |
Breedlopend | De vezels in het papier liggen evenwijdig aan de korte zijde van het papier. |
Briefkaart | Zie ansichtkaart. |
Brocheren | Het papier samenvoegen en afwerken tot een boek, tijdschrift of rapport. Brocheren kan op verschillende manieren zoals genaaid gebrocheerd, gelijmd gebrocheerd, brocheren linnen lijmrug, metalen wire-o, plastic ringband of geniet gebrocheerd. |
Brocheren linnen lijmrug | Manier van brocheren waarbij de losse vellen van het boek door middel van een klevende linnen strip aan elkaar worden gehecht (Zie ook brocheren linnen lijmrug). |
Brocheren plastic ringband | Boek waarbij voor de binding gebruik wordt gemaakt van een 21-rings plastic ringband. Vaak in combinatie met transparant voorvel en dik of transparant achtervel. De plastic ringband is leverbaar in een aantal verschillende kleuren (Zie ook Brocheren plastic ringband). |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
C
Centreren | De tekst of afbeelding in het midden van het geheel plaatsen. De term centreren wordt ook gebruikt om aan te geven dat iedere tekstregel in het midden van het tekstkader wordt uitgelijnd. |
CMYK | De afkorting voor Cyaan, Magenta, Yellow en Key. Key staat hierbij voor de zwarte kleur. CMYK wordt toegepast in vierkleurendruk (full-colour). CMYK wordt gebruikt om aan een witte ondergrond kleur toe te voegen. Een 100% bedrukking van alle kleuren geeft zwart als resultaat. De tegenhanger van CMYK is RGB. Zie ook de pagina kleurinformatie. |
Compressie | De mate van kwaliteitsvermindering bij het opslaan van een afbeeldingsbestand. Gebruikt voor een snellere weergave op het beeldscherm. Zie ook afbeeldingen opslaan. |
Contourletter | Een vorm van een letter waarbij alleen de omtrek zichtbaar is. |
Corps (Korps) | Lettergroote, meestal aangegeven in punten (pt). |
Couverteren | Het al dan niet machinaal vouwen en insteken van items in een envelop. |
CSS | CSS is de afkorting voor Cascading Style Sheet. Middels CSS worden HTML elementen voorzien van stijlinformatie zoals lettertype, kleur, lijnkleur en dimensies. |
Cursief | Schuin gedrukte tekst. |
Cyaan | Blauw-achtige drukkleur uit CMYK. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
D
Diapositief | (negatief) Zwart wordt wit en andersom. |
Dienstenvelop | Envelop geschikt voor A4 papier zonder venster met de sluiting (klep) aan de lange zijde. |
Direct-mail | Een rondschrijven welke meestal in grote aantallen geadresseerde (reclame)brieven per post verstuurd wordt (Mailing). |
DPI | DPI staat voor Dots Per Inch. Afbeeldingen dienen voor optimale drukkwaliteit 300 dpi te zijn. Lijnen en teksten 600 dpi. Zie ook afbeeldingsresoluties. |
Drukken | Het via een machine aanbrengen van inkt op een voorwerp, veelal papier. |
Drukproef | 1. Een digitale drukproef is een lage resolutie pdf bestand die de exacte opmaak weergeeft. De klant kan hierdoor vooraf goed op het beeldscherm zien hoe het eindresultaat er gedrukt uit gaat zien (WYSIWYG) en of de opmaak naar wens is. 2. Een ouderwetse analoge drukproef is een papieren model van het uiteindelijke eindproduct, meestal vanuit kostenoverweging gemaakt op een printer. |
DTP | DTP is de afkorting van Desk Top Publishing. Dtp is het op de computer opmaken van drukwerk in een grafisch programma (Zie ook ontwerp en dtp). |
Duotoon | Manier van drukken waarbij er maar 2 drukkleuren worden gebruikt. In Photoshop kan de optie duotoon ook worden gebruikt voor het inzetten van één of meer kleuren in een afbeelding die dan niet mer per definitie vanuit CMYK hoeft te zijn opgebouwd. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
E
Elektronische prepress | Het van te voren met de computer opmaken van drukwerk. |
Eps | Vectorbestand. Meestal van een logo en gemaakt in Illustrator. Opgeslagen als eps betekent dat het om een uitwisselbaar vrij schaalbaar vectoren bestand gaat welke te openen is in een groot scala aan professionele opmaakprogramma's. |
Extensie | De extensie zijn de laatste 3 of 4 tekens van een bestandsnaam voorafgegaan door een punt (.png, .jpg, .jpeg, .tif, .tiff). Hierdoor weten we met wat voor type bestand we te maken hebben en in welk programma het bestand kan worden geopend. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
F
Familiedrukwerk | Verzamelnaam voor geboortekaarten, trouwkaarten, feestkaarten en overlijdenskaarten (Zie ook Familiedrukwerk). |
Fiat | Als je ergens een fiat op geeft, geef je een akkoord voor drukken. |
Flyer | Een flyer is een gedrukt plano product op het formaat A4 of A5, geleverd zonder nabewerkingen zoals vouwen of brocheren welke wordt gebruikt om zo veel mogelijk uit te delen. |
Font | Lettertype, lettertypebestand. |
Full-colour | Gedrukt in full-colour betekent dat er gedrukt wordt in cyaan, magenta, yellow en black (CMYK). Met deze 4 kleuren kunnen we alle kleuren maken (binnen een bepaald kleurbereik). Zie ook kleurinformatie. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
G
Gehecht gebrocheerd | Zie geniet gebrocheerd. |
Genaaid gebrocheerd | Manier van binden waarbij de inhoud van het boekwerk wordt gevouwen in katernen. De verschillende katernen worden door middel van garen stevig aan elkaar genaaid. Vervolgens wordt er een omslag (kaft) omheen gelijmd waarbij de lijm tevens een extra hechting is voor het binnenwerk. |
Geniet gebrocheerd | Manier van binden waarbij de plano vellen worden voorzien van meestal twee nietjes in het midden. Het geheel wordt vervolgens 1-slag gevouwen waardoor er een brochure ontstaat. |
Gesatineerd papier | Papier dat extra glad is gemaakt en daardoor glanzend overkomt. Dit wordt door de papierfabriek gedaan middels het tussen rollen glad wrijven van het papier. |
Gestreken papier | Papier dat is voorzien van één of meer strijklagen van krijt en/of porseleinaarde. Daardoor is het mogelijk er met fijne rasters op te drukken. De strijklaag kan mat, 'silk'-achtig, glanzend en zelfs hoogglanzend zijn. |
Gif | Verouderd bestandsformaat voor het opslaan van een gecomprimeerde afbeelding waarin transparante pixels gebruikt kunnen worden, wordt gebruikt voor het web. Is niet te gebruiken voor druk. |
Golvend papier | Golvend papier ontstaat meestal wanneer het papier is blootgesteld aan sterke schommelingen in temperatuur en luchtvochtigheid. Het gevolg zijn storingen in de machines bij de verwerking van het papier, een onduidelijke afdruk en het plooien van het papier. |
Gommen | Het aanbrengen van een laagje Arabische gom of ander plakmiddel, zodat dit deel later bij bevochtiging zal plakken (denk aan de plakrand van enveloppen). |
Gramsgewicht | Afgekort als grs. Massa van papier, aangegeven in grammen per vierkante meter, aangeduid als g/m2. Deze aanduiding zegt in principe niets over de dikte en stevigheid van het papier maar geeft alleen aan hoe zwaar het papier is. |
Grijperwit | De buitenste rand van een drukvel die een drukpers of printer niet kan bedrukken wordt grijperwit genoemd. |
Grijsbord | Grijskarton welke onder andere wordt gebruikt als onderbord voor (schrijf)bloks. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
H
Haarlijn | Een hele dunne lijn. |
Harmonica vouw | Wijze van parallel vouwen, om en om in tegengestelde richting gevouwen waardoor de folder een soort z wordt. |
Hartpagina | Het midden van een gevouwen brochure, boek of tijdschrift. Bij tijdschriften of brochures zijn de nietjes in de hartpagina zichtbaar. |
Houthoudend papier | Papier dat voor een deel, meer dan 10%, uit houtslijp bestaat. Houtslijp is pulp van vezels die nog lignine, kitstoffen (incrusten) en hars bevatten. Dit papier vergeelt vrij snel. De duurzaamheid is minder dan bij houtvrij papier. |
Houtvrij papier | Papier dat gemaakt wordt van boomvezels die met behulp van chemicaliën ontsloten en ontdaan zijn van de stoffen die voor een snelle veroudering zorgen. |
HTML | HTML is de afkorting van Hyper Text Markup Language en wordt gebruikt om website te maken. HTML is de taal die objecten beschrijft als vak, paragraaf, tabel en opsomming. Middels CSS wordt HTML vormgegeven tot een mooi geheel. |
Huisstijl | Een voor een bedrijf uniform stramien waarop het logo, teksten en afbeeldingen op drukwerk en randzaken zoals auto's en gebouwen worden aangebracht zodat alle verschillende uitingen een herkenbare eenheid vormen. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
I
Illustrator | Opmaakprogramma gemaakt door Adobe speciaal voor het maken van vrij schaalbare afbeeldingen (vectoren). Veelal gebruikt voor het ontwerpen van logo's. |
Impositie | Het plaatsen van de pagina's op een groot formaat drukvel volgens een inslagschema. Ook wel macromontage genoemd. |
Indd | De bestandsextensie van een Adobe Indesign bestand. |
Indesign | Programma gemaakt door Adobe speciaal voor het samenvoegen van teksten en afbeeldingen tot een mooie opmaak (soort collageprogramma). |
Inhangen | Het plaatsen van een stapel papier in een ringbandmap. |
Inschiet | De hoeveelheid papier of karton dat nodig is voor het instellen van een drukpers en de afwerking. |
Inslagschema | Geeft aan hoe de pagina's op het drukvel moeten worden gedrukt, zodat ze na het vouwen en brocheren op de juiste volgorde staan. |
Inspringen | De betreffende tekst een stukje meer naar rechts laten beginnen als de overige tekst. |
Interlinie | De afstand tussen twee tekstregels. Meestal in punten. |
Italic | Schuin gedrukte tekst. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
J
Jpeg | Zie jpg. |
Jpg | Veel gebruikte bestandsextensie voor het opslaan van afbeeldingen. Jpg kent verschillende vormen van compressie. Zie ook afbeeldingen opslaan. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
K
Kabinetenvelop | Envelop voor het verzenden van een in drieën gevouwen vel A4 (210 x 297 mm > 99 x 210 mm). De envelop heeft doorgaans het formaat 110 x 220 mm en heeft de klep aan de lange zijde. Wordt steeds minder vaak gebruikt. |
Kapitalen | Tekst in hoofdletters. |
Karton | Papiermateriaal met een gramsgewicht hoger dan 170 g/m2. |
Katern | Het deel van een boek bestaande uit een drukvel. |
Keren | Het 'omkeren' van het drukvel over de korte as van het papier. Dit gebeurd als een drukvel ook aan de achterzijde bedrukt moet worden. Wanneer het papier over de lange as wordt gekeerd heet dat stolpen. |
Key | De benaming van de zwarte kleur in CMYK. |
KIX-code | De KIX-code is een eenvoudige streepjescode gebruikt door de PostNL. Bestaand uit de postcode en huisnummer aan elkaar vast geschreven als barcode. De KIX-code kan in bepaalde gevallen een geringe korting geven op de portokosten. |
Klein kapitalen | Hoofdletters welke net zo groot zijn als de normale onderkast letters. |
Kleurafwijking | Het verschil tussen de gereproduceerde kleur en het origineel. |
Kleurenwaaier | Stalenwaaier met daarin allerlei kleuren ter referentie. Standaard gebruikt is de PMS-waaier. Tevens zijn er nog een aantal minder gebruikte kleurenwaaiers. |
Koker | Buisvormige verpakking voor het verpakken en/of versturen van drukwerk dat niet gevouwen mag worden. |
Kopij | De te gebruiken teksten en afbeeldingen voor een opmaak of ontwerp. Eventueel voorzien van opmaakinstructies. |
Korps | Ander woord voor lettergroote, meestal aangegeven in punten (pt). |
Krimp van papier | Papier zal krimpen als het papier vocht verliest. Dit gebeurd meestal bij verhitting in bijvoorbeeld een laserprinter. |
Kruisslag vouwen | De tweede vouwslag gaat dwars op de eerste vouwslag. Arbeidsintensieve manier van vouwen, wordt daardoor niet zo vaak meer toegepast. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
L
Lamineren | Het aanbrengen van een beschermende glanzende of matte transparante folie op het papier. Op klein formaat gaat dit door middel van een pouche (soort insteekhoes), op groot formaat wordt laminaat als een soort sticker aangebracht op het papier. |
Landscape | Een liggend document. Ook wel oblong genoemd. |
Langlopend | De vezels in het papier lopen evenwijdig aan de lange zijde van het papier. |
Laten lijnen | Er voor zorgen dat de tekst en het beeld op één lijn staan of een haakse hoek met elkaar maken. |
Layout | Schets/ontwerp van hoe een pagina eruit moet zien (stramien). |
Leaflet | Een leaflet is een gedrukt plano product, derhalve geleverd zonder nabewerkingen zoals vouwen of brocheren (flyer). |
Lettercontouren | Tekst omzetten in vectoren. Voordeel aan het omzetten van tekst in lettercontouren is dat voor het openen van het document geen lettertypen (fonts) meer benodigd zijn. De letters worden dan op iedere computer goed weergegeven onafhankelijk van of het lettertype op de computer is geïnstalleerd.. Lettercontouren zijn vrij schaalbaar. Nadeel aan lettercontouren is dat de tekst niet meer kan worden aangepast. |
Linkslijnend | Tekst en/of afbeeldingen waarbij de linkerzijde een strakke verticale lijn vormt. |
Looprichting | De wijze waarop de vezels van het papier zitten (langlopend, breedlopend). |
Lpi | De fijnheid van een raster wordt vermeldt in Lines Per Inch (lpi). |
Luikvouw | Brochure waarbij de linker en rechter flap naar elkaar toe naar binnen worden gevouwen maar elkaar in het midden net niet raken. Ziet er uit als een luik. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
M
Macromontage | Het plaatsen van de pagina's op een groot formaat drukvel volgens een inslagschema. Ook wel impositie genoemd. |
Magenta | Rood-achtige drukkleur uit CMYK. |
Mailing | Een rondschrijven welke meestal in grote aantallen geadresseerde (reclame)brieven per post verstuurd wordt (direct-mail). |
Marges | Wit ruimte buiten de zetspiegel. |
MC-papier | Machine Coated papier. Veel gebruikte kostenefficiënte papiersoort voorzien van een strijklaag; Leverbaar in gesatineerd, silk en mat. |
Mengkleur | Drukkleur met een PMS-nummer die speciaal gemengd wordt volgens de mengverhouding van het Pantone Matching System. |
Micromontage | De opmaak van al de onderdelen op één pagina. |
Moiré | Ongewenst optisch verschijnsel in de vorm van 'ruis' in het gerasterde drukbeeld, het ontstaat doordat de rasterhoeken niet op de juiste wijze uit elkaar liggen. |
Monotoon | Manier van drukken waarbij er maar 1 kleur worden gebruikt. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
N
Nabewerking | Alle handelingen die na het drukken worden uitgevoerd. Denk hierbij aan snijden, vouwen, rillen en stansen, maar ook lamineren, binden, hechten etc. |
Natuurkarton | Effen witte dikke papiersoort. Natuurkarton voelt extra dik en stevig. Komt qua structuur dicht in de buurt van de dikkere offset papiersoorten. |
NAW-gegevens | Lijst met NAW-gegevens (Naam, Adres en Woonplaats) die gebruikt kan worden voor een mailing of periodieke verzending. Meestal een Excel-bestand, maar kan ook een csv of txt bestand zijn. |
Nummeren | Het drukwerk per exemplaar voorzien van een oplopend nummer. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
O
Oblong | Een liggend document. Ook wel landscape genoemd. |
Offset | Vlakdrukprocédé waarbij het beeld vanaf een vlakke plaat eerst voorzien wordt van vocht en daarna voorzien wordt van inkt en vervolgens via een rubberdoek wordt overgezet op het papier. |
Offsetpapier | Veel gebruikte papiersoort verkrijgbaar in verschillende gramsgewichten. Wordt door mensen ook wel gezien als 'normaal' printer papier. |
Onderkast | De kleine letters (geen hoofdletters) werden vroeger in de letterkasten (loodzetsel) in het onderste gedeelte opgeborgen, vandaar de term onderkast voor kleine letters. |
Oognieten | Hechtnietjes die voorzien zijn van een extra rondgebogen oog aan de buitenkant van de brochure. Deze ogen kunnen worden gebruikt om het product in te hangen in een ringbandmap. Wordt tegenwoordig niet zo vaak meer gebruikt. |
Opmaken | Het digitaal vormgeven van de tekst en afbeeldingen tot een mooi geheel (DTP). |
Origineel | Foto, tekening of afbeelding, die voor reproductie wordt aangeboden. |
Overzetten | Overzetten is het afgeven van de inkt aan de onderzijde van het bovenliggende vel, meestal door een te 'vette' inktlaag of door het te vroeg beginnen met het afwerken van het gedrukte papier omdat de inkt nog niet voldoende gedroogd is. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
P
Pagina | Iedere bedrukte zijde van het geheel (in jip-en-janneke taal: aantal kantjes). |
Parallelvouw | Elke tweede vouw die evenwijdig is aan een eerdere vouw (C-vouw of Z-vouw). |
Paskruis | Hulpteken op een drukvel, die het mogelijk maakt om meerdere kleurvormen nauwkeurig (passend) over elkaar heen te plaatsen. Tevens gebruikt om te controleren of de voorkant en de achterkant van het vel goed op elkaar staan en bij het schoonsnijden. |
Pdf staat voor Portable Document Format; een WYSIWYG bestand welke je kunt bekijken met Adobe Acrobat. Om een professionele PDF te maken heeft u een speciale PDF printer nodig (software). Tegenwoordig kunnen steeds meer softwaretoepassingen zelf een pdf genereren. Let op dat dit soms de kwaliteit negatief kan beïnvloeden. | |
Perforeren | Afwerkingtechniek waarbij kleine gaatjes in het papier worden gestanst en er een scheurrand ontsaat (Zie ook perforeren). |
Personaliseren | Het persoonlijk maken van een schrijven aan uw personeel door bijvoorbeeld iemand zijn persoonlijke naam en adres mee te printen (Zie ook personificeren). |
Personificeren | Het persoonlijk maken van een schrijven door bijvoorbeeld iemand zijn persoonlijke naam en adres mee te printen. Kan tot in extremen worden doorgevoerd waarbij de gehele reclamefolder gebaseerd is op het koopgedrag van de relatie. |
Persvernis | Een extra transparante druklaag die ter bescherming van het drukwerk en/of ter bescherming van het overzetten kan worden aangebracht. Kan in matte vorm (haast onzichtbaar) of in glanzende vorm worden aangebracht. |
Photoshop | Grafisch programma gemaakt door Adobe geschikt voor geavanceerde fotobewerking. |
Pixel | Een punt op het beeldscherm. |
Plano | Een niet gevouwen, vlak vel papier. |
Platte tekst | Een niet opgemaakte tekst. |
Plotten | Printtechniek om groot formaat (kleuren)afbeeldingen te printen in kleine oplages. Een plot wordt gemaakt op een plotter. Een plotter is een machine die Inkt overbrengt op papier wat van een brede rol komt. Uitermate geschikt voor bouwtekeningen, posters, roll-banners en canvas. Zie ook onze pagina posters en banners. |
PMS | PMS is de afkorting voor Pantone Matching System, een universeel kleuren systeem gebruikt voor drukinkten, ofwel een mengrecept om bepaalde kleuren te maken, wordt in de gehele grafimediabranche gebruikt. Tegenhanger is RAL welke in de verfindustrie wordt gebruikt. |
PMS-waaier | Stalenwaaier met daarin alle kleuren van het Pantone Matching System. Kleuren zijn hierin afgedrukt op een gestreken (coated) en ongestreken (uncoated) papiersoort. |
Png | Bestandsformaat voor het opslaan van een gecomprimeerde afbeelding waarbij pixels ook transparant of half transparant kunnen zijn. Wordt veelvuldig gebruikt in websites. |
Postscript | Een speciale taal waarmee printers worden aangestuurd. |
Prepress | De afdeling waar de ontwerpers, vormgevers en dtp'ers werken en de handelingen uitvoeren ter voorbereiding en opmaak van het drukwerk. |
Printen | Het drukken van het door de afdeling DTP vervaardigde werk. Printen kan zowel met inkt (inkjet) als met toner (laserprint). |
Printing On Demand | Printing On Demand is printen (of drukken) op afroep. Er worden geen voorraden aangehouden. Er wordt gedrukt wanneer het drukwerk nodig is. |
Psd | Bestandsformaat voor een Photoshop bestand. |
Punt | Eenheidsmaat veelal gebruikt voor lettergroottes en lijndiktes. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
R
Rar | De bestandsextensie van een gecomprimeerd bestand gemaakt met het programma WinRar. Een meer gebruikte bestandsextensie om bestanden te comprimeren is zip. |
Raster | Patroon van fijne puntjes waardoor een beeld of foto gedrukt kan worden. |
Rasteren | Het te drukken beeld per kleur omzetten in zeer kleine puntjes waarbij de verschillende kleuren onder een speciale hoek uit elkaar staan. Gedrukt vormen al deze kleine puntjes voor het oog weer een mooie afbeelding. Gebeurd alleen nog maar softwarematig. |
Rechtslijnend | Tekst en/of afbeeldingen waarbij de rechterzijde een strakke verticale lijn vormt. |
Resolutie | De resolutie geeft de kwaliteit van het te drukken beeld aan. De resolutie wordt aangegeven in DPI. |
RGB | De afkorting RGB staat voor Rood, Groen en Blauw. RGB wordt toegepast in beeldschermen, televisies en lampen. RGB wordt gebruikt om aan een donkere ondergrond met behulp van licht kleur toe te voegen. Wanneer alle 3 de lampen dicht bij elkaar volledig aan staan krijgen we wit licht. De tegenhanger van RGB is CMYK. Zie ook de pagina kleurinformatie. |
Riem | Pak van identieke vellen papier. Hoeveel vel papier er in een riem zit is afhankelijk van het gramsgewicht. De meest voorkomende riem is 500 vellen A4 80 grams papier. |
Rillen | Een groef in het papier of karton aanbrengen zodat het makkelijk en recht gevouwen kan worden. Voorkomt tevens het breken van de papiervezels op de vouw waardoor er een onscherpe lelijke vouw ontstaat. Rillen wordt uitgevoerd bij een vouw in papier vanaf 160 grams. Zie ook onze pagina over rillen |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
S
Satineren | Het doorvoeren van papier door een satineerkalander met als doel het oppervlak van het papier te effenen en het realiseren van glans. |
Scannen | Het digitaliseren van een foto of tekst of een combinatie daarvan. Door middel van licht wordt een foto of afbeelding lijn voor lijn gelezen en vervolgens omgezet in digitale pixels. |
Schermfont | Bestand met bitmap-informatie van een lettertype, specifiek voor weergave van het betreffende lettertype op een beeldscherm. Een schermfont kan niet worden gedrukt. |
Schoon- en weerdrukken | Drukwijze waarbij de voor- en achterzijde van é'én drukvel met dezelfde drukvorm wordt gedrukt. Kostenefficiënte druktechniek. |
Schoonsnijden | Het nasnijden van drukwerk (plano of product) op het gewenste eindformaat. |
Schreef | Kleine dwarsstreepjes aan een lettertype zoals bij het lettertype 'times new roman'. |
Schreefloos | Geen kleine dwarsstreepjes aan een lettertype zoals wel het geval is bij 'times new roman'. Voorbeelden van schreefloze lettertypen zijn Arial, Verdana en Helvetica. |
Snijlijnen | Gedrukte lijntjes in de vorm van een paskruis die buiten de opmaak de rand van de pagina aangeven. Deze lijnen gebruikt de snijder bij het schoonsnijden voor het bepalen van de juiste snijpositie. |
Spanjool | Een stofje op de drukplaat zorgt voor een cirkelvormige afdruk op het papier (vlekje). Dit stofje kan een onbedoeld puntje op het drukwerk geven of juist een onbedoeld wit vlekje. |
Spotvernis | Extra glanzende druklaag die op delen van het drukwerk kan worden aangebracht om die bepaalde delen een licht glanzend effect mee te geven. |
SRA3 | Oversized A3, 320 x 450 mm. |
Stolpen | |
Stramien | Door de ontwerper/vormgever vastgestelde afspraken in een layout van een boek, krant of brochure waardoor het geheel een mooie eenheid vormt. Denk hierbij aan de zetspiegel, paginering, lettertypes en lettergroottes en gebruik van afbeeldingen (mede met behulp van hulplijnen). |
Subscript | Tekst welke onder de gewone regel uitsteekt. Wordt in de Nederlandse taal zelden toegepast. |
Sulfaatkarton | Effen witte dikke papiersoort. Sulfaatkarton voelt extra dik en stevig. Komt qua structuur dicht in de buurt van de dikkere MC papiersoorten. |
Superscript | Tekst welke boven de gewone regel uitsteekt. Denk aan het kwadraat teken. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
T
Tiff | Bestandsformaat voor het opslaan van een afbeelding. |
Toner | Toner is een kleurstof die gebruikt wordt in laserprinters in plaats van inkt. |
Trapping | Om twee verschillende kleuren exact (zonder storende kieren) naast elkaar te kunnen drukken, moeten aan beide kleuren extra beeld gezet worden. |
TrueType | Een schaalbaar lettertype welke erg goed gebruikt kan worden voor print- en drukwerk |
Tussenschieten | Het tussenleggen van blanco papier in de drukoplage om te voorkomen dat het drukwerk zal gaan overzetten. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
U
Uitlijnen | Uitmeten, zorgen dat alle tekst en plaatjes op één lijn en haaks staan. |
Uitslaander | Een pagina die buiten het boekformaat open gevouwen wordt. |
Uitvullen | Teksten in blokvorm worden steeds per regel uitgevuld. De witruimten (spaties) tussen de woorden worden verminderd of vergroot om de juiste lengte te krijgen. |
Uitwaaieren | De vellen papier van een stapel van elkaar los maken door er lucht tussen te laten komen. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
V
Vectoren | Tegenovergestelde van bitmap. Tekeningen in vectoren zijn vrij schaalbaar zonder kwaliteitsverlies. Een programma om vectoren in te maken is Adobe Illustrator. Veel gebruikt voor logo's. |
Veredeling | Beschermingslaag op drukwerk, zoals vernis of laminaat. |
Vergaren | Het verzamelen van losse vellen, waardoor een set of losbladig boekwerk ontstaat. |
Verlooptint | Een tint/beeld dat van licht naar donker verloopt. |
Vernis | Zie persvernis. |
Verzendlijst | Lijst met NAW (Naam, Adres en Woonplaats) gegevens die gebruikt wordt voor een mailing of periodieke verzending. |
Vouwlijn | Dun lijntje dat wordt meegedrukt om later aan te geven op welke plaatst het vel moet worden gevouwen. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
W
Witregel | Een regel in een tekst waarop geen tekens staan. Een witregel wordt vaak gebruikt als afscheiding tussen twee onderdelen in een tekst. |
WYSIWYG | What You See Is What You Get en betekent dat het beeldscherm hetzelfde weergeeft als de latere afdruk (PDF). |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
Y
Yellow | Gele drukkleur uit CMYK. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]
Z
Zeefdruk | Druktechniek waarbij de inkt door een zeef op het te bedrukken materiaal wordt aangebracht, hierdoor zijn ook moeilijk bedrukbare vormen en materialen te bedrukken. |
Zelfklevend papier | Papier dat aan één of beide zijden een kleeflaag draagt (etiketten). |
Zelfkopiërend papier | Papier dat is voorzien van een 'gevende' laag die onder druk (ballpoint/typemachine/matrix-printer) reageert op de 'ontvangende' laag van een onderliggend vel. |
Zetfout | Een fout die is gemaakt door de zetter. Oude term. Staat tegenwoordig synoniem voor het verkeerd typen van een letter in een tekst. |
Zetspiegel | De ruimte waarin de tekst en afbeeldingen op een pagina kan worden opgemaakt. |
Zetten | Het intikken van de aangeleverde teksten en deze voorzien van commando's zodat deze in het juiste lettertype , korps en op de juiste stand kan worden gedrukt. |
Zip | Een bestandsformaat waarnaar je één of meer bestanden kunt comprimeren. |
Zwart/wit | Drukwerk dat alleen met zwarte inkt of toner wordt gedrukt op wit papier. |
[A] [B] [C] [D] [E] [F] [G] [H] [I] [J] [K] [L] [M] [N] [O] [P] [R] [S] [T] [U] [V] [W] [Y] [Z]